De Rijp

derijp.jpg

De Rijp was in de 17e, 18e en 19e eeuw zeer welvarend, dankzij de walvisvaart. Door het inpolderen van het Schermeer, de Starnmeer en de Beemster raakte de Rijp zijn directe verbinding met de Zuiderzee kwijt, waardoor aan de walvisvaart een einde kwam.

In de nacht van 6 op 7 januari 1654 brak een gigantische brand uit in De Rijp. De brand begon in een hennepkloppersmolen. Snel greep het vuur om zich heen en binnen een mum van tijd waren er ongeveer 400 huizen verwoest. Er werd dag en nacht geblust door de brandweer, omdat nog een week lang de vlammen steeds oplaaiden. Door de inspanningen van de burgers, boeren en gezagsdragers vielen er geen slachtoffers en kon de wederopbouw snel beginnen. Het grootste deel van het dorp ging bij deze brand verloren: behalve de circa 700 woningen waren dit ongeveer 100 pakhuizen met olie, teer en hennep, 50 hekelhuizen, 4 bruggen, 5 schuiten, 60 scheepstuigen, 400 netten, 400 bonden hennep, hennepmolens, 4 paarden, 22 koeien en 90 schapen. Enkel de kerk uit 1529 en het raadhuis uit 1630 overleefden de brand en staan er nu nog. Een door Egbert van der Poel gemaakt schilderij van de brand is te bezichtigen in Museum In 't Houten Huis.

Photo album created with Web Album Generator