Rijsdam
Op de kwelders van de Groningse en Friese waddenkust werd polder na polder op de zee veroverd. Om het aanslibbingsproces te versnellen werden rijsdammen aangelegd, dammen gemaakt van rijshout (wilgentenen). De dammen zorgden voor een afname van de stroomsnelheid, waardoor de slibdeeltjes sneller bezonken en het land dus sneller kon worden ingepolderd. De laatste landaanwinningen zijn in het begin van de twintigste eeuw uitgevoerd, in het kader van de werkverschaffing. Het werk bestond uit palen slaan, rijshout vlechten, greppels graven, dijk ophogen en basaltblokken plaatsen